Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [110]Welker pijlen scherp zullen zijn, en al hun bogen [111]gespannen; hunner paarden [112]hoeven zullen als [113]een rots geacht zijn, en hun raderen als een wervelwind. 110. Hebreeuws, welker, te weten volks, namelijk dat in het leger zijn zal. Alzo wordt in het volgende het getal van een gesteld voor het getal van velen. De profeet wil zeggen dat het volk, hetwelk God gebruiken zal om strafoefening te doen, welgewapend en toegerust zal wezen. 111. Hebreeuws, getreden; omdat men den voet op en kruisboog zet als men hem spant. Zie Ps.7:13. 112. Hebreeuws, klauwen. 113. Te weten zo scherp en zo hard als een kei of rotssteen, zodat zij van lopen en rennen niet verslijten zullen. Het tegendeel is geschied Richt.5:22. 114. Dat is, hunne wagens zullen zeer snellijk aankomen.